Over gebedspastoraat gesproken
door Cees Verspuij
Toen mij in 1985 de mogelijkheid werd geboden om een gebedspastoraat te ontvangen, was mijn eerste reactie dat ik zoiets niet nodig had. Gelukkig heb ik die houding vrij snel laten varen. Niet lang daarna onderging ik een gebedspastoraat bij iemand thuis. Hele fundamentele zaken kwamen daarbij aan de orde: er werd gebeden om heelwording van innerlijke wonden en er werden psychische bindingen verbroken. Ook is er een tegenkracht bij me weggestuurd. Ik werd gezalfd, wat ik als heel verkwikkend ervoer. Vervuld van een diepe vrede en verwonderd over het feit dat twee mensen zoveel tijd en aandacht aan mij hadden besteed, reed ik huiswaarts.
Gebedspastoraat, wat is dat precies? Deze specifieke vorm van charismatisch pastoraat kwam eind jaren zeventig vanuit Engeland naar Nederland overwaaien. Het specifieke van dit pastoraat is, dat het open staat voor vrucht en gaven (charismata) van de heilige Geest, waarbij invoelend en luisterend bidden een essentiële rol spelen.
Het gebedspastoraat wordt in ons land beoefend door leden van de werkgroep ‘in Christus heel’. Uitgaande van het woord van Jezus: ‘want waar twee of drie vergaderd zijn in mijn naam, daar ben Ik in hun midden’ en vertrouwend op de leiding van de heilige Geest strekt een team van twee personen zich samen met de confident (= degene die het pastoraat ondergaat) uit naar zijn of haar verdergaande heelwording in de relatie met God, met zichzelf, met zijn of haar omgeving.
Een gebedspastoraat (GP) duurt gemiddeld één dagdeel, is een eenmalig intensief pastoraat en vormt een min of meer afgerond geheel. Een GP vindt in de regel aan huis plaats, bij één van de twee teamleden. Een andere mogelijkheid om een GP te ontvangen is tijdens het weekend in november. Tenslotte kan een GP worden ondergaan tijdens een vierdaagse toerusting in februari of april. Deze toerusting is vooral bestemd voor hen die op de een of andere manier actief bij het pastoraat zijn betrokken.
Een GP wordt nooit ‘zomaar’ gegeven! Er gaat altijd een kennismakingsgesprek aan vooraf. In deze ontmoeting moet over en weer helder worden of een GP op zijn plaats is, of dat er gezocht moet worden naar een andere vorm van pastoraat.
Twee cirkels
Op de afbeelding hiernaast is te zien waar het in het gebedspastoraat om draait. God wordt gezien als degene, die op de heelheid van mens en wereld is bedacht. De buitenste cirkel duidt op zijn liefde, die ons leven omgeeft. Hierin staan de werkwoorden uit Psalm 103,3 centraal: vergeven, genezen, verlossen, kronen, verzadigen en vernieuwen.
De binnenste cirkel geeft de gebrokenheid van het leven weer, die we globaal genomen in vier segmenten kunnen onderscheiden: innerlijke wonden; bindingen aan personen of zaken; (on)bewuste zonden; tegenkrachten. Er bestaat vrijwel altijd een samenhang tussen genoemde segmenten. Zo leiden innerlijke wonden vrijwel altijd tot bindingen (= onvrije betrekkingen). Ze kunnen ook de oorzaak worden van zonden of de voedingsbodem vormen voor tegenkrachten. Met als gevolg een bepaald levenspatroon, dat ons kan afhouden van Gods bedoeling met ons leven.
Een GP begint met een luistergedeelte. Tijdens dit onderdeel zit de confident tegenover de beide teamleden. De teamleider spreekt een openingsgebed uit. Daarna doet de confident zijn verhaal, al of niet aan de hand van aantekeningen. De teamleden luisteren empatisch en proberen ondertussen aan de hand van de cirkel mogelijke blokkades en daarmee samenhangende patronen op het spoor te komen.
Wanneer de confident geen nieuwe aandachtspunten meer naar voren brengt, wordt het luistergedeelte afgerond. Vaak is dan al wel duidelijk om welke segmenten van de cirkel het draait. Uiteraard wordt dit gecheckt bij de confident.
Elk aan een kant
Hierna volgt het voorbedegedeelte. De teamleden zitten nu elk aan een kant van de confident. Zodoende hebben zij de mogelijkheid om als teken van de aanwezigheid van de Heer zegenend aan te raken. Dot onderdeel vangt aan met een stilte, die biddend wordt ingeleid met de vraag of God door zijn Geest wil tonen wat er eerst aan bod moet komen. Hierna wordt aan de confident gevraagd waar hij tijdens de stilte bij bepaald werd. Vervolgens vertellen beide teamleden wat er bij hen opkwam. Niet zelden heeft een van hen iets “gezien”, dat wil zeggen de gave van profetie iets voor zijn geestesoog ziet verschijnen dat van betekenis kan zijn voor het verdere verloop van het gebedspastoraat. Het gebeurt ook wel, dat een van de teamleden door een woord van kennis meer inzicht ontvangt. Uiteraard wordt aan de confident gevraagd of deze er iets mee “kan”. Soms valt er direct een puzzelstukje op z’n plek, soms ontstaat er pas in een later stadium helderheid over.
Vervolgens wordt met de confident afgesproken waar de gebeden zullen inzetten. Uiteraard is het niet zo, dat er nu een non stop gebed volgt, waarbij de ene intentie over de andere heen tuimelt. Er wordt telkens naar hem teruggekoppeld en nagegaan of hij en de teamleden nog op dezelfde ‘golflengte’ zitten.
Is er sprake van een innerlijke wond, dan gaat een teamlid door middel van geloofsverbeelding biddend terug (in de tijd) naar die plaats of dat voorval, waaraan de confident zulke nare herinneringen bewaart.
In Hebreeën 13 vers 8 lezen we, dat ‘Jezus Christus gisteren en heden en tot in eeuwigheid dezelfde is’. Dat houdt óók in, dat Hij ons verleden evengoed kent als ons heden. En daar mogen wij Hém op aanspreken, die door God gezonden is ‘om gebrokenen van hart te verbinden, om voor gevangenen vrijlating uit te roepen en voor gebondenen opening der gevangenis; (…) om alle treurenden te troosten…’. Er wordt gebeden om zijn heelmakende en bevrijdende liefde. Dit alles kan diepe emoties bij de confident oproepen, zoals boosheid en verdriet. Voor emoties is echter alle ruimte.
Negatief Godsbeeld
Het is mogelijk, dat er diverse bindingen aan het licht gekomen zijn, zoals een binding aan een negatief Godsbeeld, van een ‘alleen maar strenge God’. Of een binding aan een negatieve uitspraak ‘met jou wordt het toch nooit wat!’. Nadat deze bindingen door een symbolische handeling zijn verbroken – denk aan het doorknippen van de navelstreng, die de baby met de moeder verbindt – wordt er gebeden om een positief Godsbeeld. Daarbij kan bijvoorbeeld het beeld gebruikt worden van de vader uit de gelijkenis van de twee zonen, die zijn jongste zoon in de armen sluit. En tegenover de uitspraak die zo’n verlammende invloed heeft gehad op het leven van de confident kan een schriftwoord op de lippen worden genomen als: ‘jij bent kostbaar in Mijn ogen’!
Mocht er zich in de confident iets roeren wat op de een of andere manier macht over hem gekregen heeft en dat verder gaat dan een psychische binding, dan mag dat gebonden worden in Jezus’ naam. Vervolgens wordt ‘het’ in diezelfde Naam gesommeerd om te verdwijnen naar de plek die Hij het wijzen zal, en niet meer terug te keren. Daarna bidt een teamlid of God de vrijgekomen ruimte wil vullen met zijn Geest.
Tenslotte volgt het afsluitende gedeelte. Veelal vindt er zalving plaats. Op het voorhoofd van de confident wordt dan in de naam van de Vader, de Zoon en de heilige Geest met (olijf)olie een kruisteken aangebracht. Als een tastbaar teken van Gods helende aanwezigheid. Denk aan Psalm 23,5b: ‘Gij zalft mijn hoofd met olie’.
Daarna krijgt de confident in een ritueel de mantel van Gods liefde omgeslagen, naar analogie van Jesaja 61,10: ‘… want Hij heeft mij bekleed met klederen des heils, met de mantel der gerechtigheid heeft Hij mij omhuld…’. Het is ook mogelijk, dat de confident de voorkeur geeft aan de geestelijke wapenrusting. Paulus schrijft hierover in Efeziërs 6,10vv: ‘Voorts wees krachtig in de Heer en in de sterkte zijner macht. Doet de wapenrusting Gods aan, om te kunnen standhouden tegen de verleidingen van de duivel…’. Met deze handelingen wordt uitgebeeld, dat de confident geen speelbal van de boze is, maar zich hier in geestelijk opzicht tegen kan verweren. Vervolgens bidt een van de teamleden om een verdere groei van de vrucht van de Geest: ‘liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, trouw, zachtmoedigheid en zelfbeheersing’ (Galaten 5,22). Daarna ontvangt hij onder handoplegging een zegen.
Het GP wordt afgesloten met een kort gebed, waarin aan God wordt ‘teruggegeven’ wat de confident aan beide teamleden heeft toevertrouwd.
Het gebedspastoraat is beëindigd en er is een genezingsproces in gang gezet, maar daarmee zijn we er nog niet! De Engelsen spreken in dit verband over: ‘walk out your healing’ ofwel ‘wandel je genezing uit’. Gaandeweg zullen we ons namelijk nieuwe denk- en gedragspatronen eigen dienen te maken. Allerlei patronen kunnen dan wel verbroken zijn, maar we moeten daar vervolgens ook naar leren hándelen. En dat dát niet van de ene op de andere dag gaat, spreekt voor zich.
Van heelwording is feitelijk pas sprake, wanneer we zonder pijn terug kunnen denken aan ‘toen’, maar evengoed indien we beter kunnen omgaan met problemen die níet zijn opgelost. En verder wanneer er een verdieping heeft plaatsgevonden in onze relatie met God, we een helderder zicht op onszelf hebben gekregen en we met nieuwe ogen naar onze omgeving kunnen kijken. Met andere woorden: wanneer we meer de mens geworden zijn, zoals God ons heeft bedoeld.
‘Neem je plek in’
Het was dus in 1985 dat ik voor het eerst kennis maakte met gebedspastoraat. In de daarop volgende jaren heb ik nog regelmatig een GP ondergaan. Vooral het derde GP is voor mij van grote betekenis geweest. Het vond plaats in Engeland en ik zal nooit vergeten, dat een van de teamleden op een bepaald moment tegen me zei: ‘be a man’! Daarmee bedoelde zij: ‘neem je plek in’! Dat ben ik dan ook meer en meer gaan doen. Angst blijkt in mijn leven een grote rol te hebben gespeeld. Dat patroon is echter doorbroken! En daardoor onderken ik nu eerder wanneer de angst zich in de een of andere vermomming aandient. Ook ben ik minder rechtlijnig geworden. Die houding bleek voor een groot deel op angst te stoelen.
Ben ik ondertussen de mens (geworden) zoals God mij heeft bedoeld? Neen dus. Er valt nog heel wat in en aan mij te genezen. Cees is nog niet klaar! Toch ben ik een heler mens geworden. Zo heeft mijn relatie met God zich verdiept, heb ik meer inzicht in mezelf gekregen en ben ik me sneller dan voorheen bewust van bepaalde blokkades. Verder heb ik geleerd om beter naar anderen te luisteren. En dat alles komt me goed van pas in mijn werk als predikant. Kortom, gebedspastoraat is voor mij een regelrecht Godsgeschenk!
Enkele biografische gegevens
Drs. Cees Verspuij was gereformeerd (wijk)predikant in Den Haag. Samen met zijn echtgenote Margreet volgde hij jarenlang de theologencursus charismatisch pastoraat. Voordat zij in 1989 toetraden tot de werkgroep gebedspastoraat ‘in Christus heel’, volgden ze een tweetal trainingsscholen van de Engelse zusterorganisatie ‘Wholeness through Christ’. Sinds najaar 1998 was Cees jaren voorzitter van de Charismatische Werkgemeenschap Nederland (CWN).